Ingrediënten:
- 400 gr tarwebloem
- 200 gr witte basterdsuiker
- 1 mespunt zout
- 250 gr roomboter
- 2 el koud water
- 200 gr amandelspijs
- 1 citroen
- 2 eieren
- 12 amandelen om te garneren
Bereiding:
Zeef de bloem boven een kom en meng de basterdsuiker en het zout erdoor. Snijd de boter in blokjes en voeg samen met het koude water toe. Kneed alles tot een samenhangende bal. Verpak in vershoudfolie en laat op een koele plaats buiten de koelkast 1 uur rusten. Verwarm de oven voor op 200 °C. Doe de amandelspijs in een kom. Rasp de gele schil van de citroen erboven en meng er een ei door. Kneed tot een egale massa en draai er 12 balletjes van. Bestuif het werkblad met wat bloem. Rol met de deegroller de helft van het deeg uit tot een lap van 2 mm dik. Steek er met een uitsteekvorm van zo’n 8-10 cm 12 rondjes uit en leg deze op een met bakpapier beklede bakplaat. Leg op elk rondje een balletje amandelspijs en druk een beetje plat. Klop het andere ei los in een kommetje. Bestrijk hiermee de randen van de deegrondjes rondom de spijs. Rol de andere helft van het deeg ook uit tot een lap van 2 mm dik en steek er weer 12 rondjes uit. Leg de rondjes op de deegrondjes met spijs en druk de randen aan. Bestrijk ook de bovenkant van de koeken met het ei en leg op elke koek een amandel. Bak ze in het midden van de oven in ca. 15 min. goudbruin en gaar. Laat ze eerst een paar minuten afkoelen op de bakplaat voordat je ze op een rooster verder laat afkoelen.